penselen
acrylverf
olieverf
  aquarel

Algemeen
De term "doek" heeft betrekking op alle soorten opgespannen textiel waaronder linnen, katoen en kunststoffen zoals polyeter, die in de schilderkunst worden gebruikt.

Schildersdoek is dus het weefsel dat wordt gebruikt om op te schilderen, bijvoorbeeld met acryl- of met oilieverf. Het doek kan gemaakt zijn van kunstvezel, maar veel gebruikelijker zijn natuurlijke materialen als canvas, linnen, jute of katoen. Ook halflinnen komt voor, dit is een hybride weefsel van linnen en katoen.
Schildersdoek wordt per strekkende meter verkocht in winkels voor kunstenaarsbenodigdheden. De breedte van de rollen kan variëren van 160 tot 230 cm of meer. Op weekmarkten is vaak ongebleekt katoen van verschillende dikte en kwaliteit te koop, als reststukken of vanaf rollen van verschillende breedte.
Kunstschilders gebruiken soms een speciale doektang met een breede, iets geruwde bek om het doek om het spieraam aan te brengen. Het doek wordt met nagels of nietjes vastgemaakt aan de zijkanten of de achterzijde van het spieraam, een rechthoekig frame van houten latten. Door het aanhameren van houten wiggen (spietjes) kan het doek na preparatie eventueel nog worden nagespannen. Het schildersdoek wordt meestal plat, liggend op een tafel of op de vloer, opgespannen waarbij het eerst kruislings in het midden en vervolgens naar de hoeken toe wordt vastgezet. Aan de hoeken kan het doek eventueel ingeknipt worden of met platte vouwen omgslagen en vastgezet met nieten. Ongeprepareerd schildersdoek moet niet àl te strak gespannen worden omdat het tijdens het aanbrengen van de grondlaag meestal nog behoorlijk krimpt.
De grondering van een schildersdoek kan bestaan uit kant en klare gesso of uit warm aangebrachte mengsels van beenderlijm met krijt. Ook het aanbrengen van enkele lagen matig met water verdunde acrylaatlijm behoort tot de mogelijkheden. Al naar gelang de ruwheid van het linnen kan tussen het aanbrengen van de lagen geschuurd worden met fijn schuurpapier. Zolang het geprepareerde doek nog niet volledig droog is verdient het aanbeveling de hoeken te verzwaren door er gewichten op te leggen, zodat het schildersdoek het spieraam niet kan kromtrekken.


Het grote verschil tussen katoen en linnen zit in de vezel: de vlasvezel is langer en sterker dan de katoenvezel. Linnen heeft hierdoor een grotere vervormvastheid en is mnder vervormbaar dan katoen. Het grote voordeel van katoen zit meestal in de prijs.



Katoen

Katoen is afkomstig van de katoenplant. Katoen heeft een lichte kleur en voelt zacht aan. Het oppervlak van katoen is vrij glad maar het is bespikkeld met miniscule katoenzaadjes die men zonder voorbewerking blijft zien. Katoen neemt makkelijk vocht op (evenals linnen), laat zich makkelijk bewerken en heeft een kortere vezel dan linnen waardoor het, om dezelfde sterkte te bereiken, zwaarder moet zijn. een goede soort katoen is minimaal 310 g/m. Katoen heeft een mindere formaatvastheid en is meer vervormbaar dan linnen. Katoen is goedkoper dan linnen.
Linnen
BLinnen wordt gemaakt van de vezels van de vlasplant waarbij de lengte van de vezel een grote rol speelt. Hoe langer de vezel hoe sterker het linnen. De vezellengte van de vlasplant is tussen de 60 en 90 cm.
Het is belangrijk of er natgesponnen of frooggesponnen vlas is gebruikt. Natgesponnen vlas is het sterkst en geeft een glad oppervlak zonder pluis. Droogspinnen geeft een ruwer garen. De hoeveelheid draden per cm bepaalt de sterkte van het linnen. Hoe dichter het aantal draden van de schering (de draden die in de lengte van hetlinnen liggen) en de inslag (de draden die dwars in de stof liggen) bij elkaar liggen, hoe minder het verschil in krimp tussen de lengte en de breedte van het linnen.
Canvas

Canvas wordt gebruikt in de schilderkunst als doek om op te schilderen, meestal met olieverf. Een der oudste nog bestaande olieverfschilderijen op doek is het Franse schilderij "Madonna met engelen" uit 1410 (Gemäldegalerie, Berlijn).
Canvas met raamwerk
Canvas werd gebruikt voor (dek)zeilen, zonneschermen en dergelijke. In deze toepassingen is het grotendeels vervangen door synthetische materialen.
Canvas wordt tegenwoordig ook wel weer voor tassen en kleding gebruikt, maar dan wordt het materiaal meestal gewoon hennep genoemd.
Canvas dat van een inkjet-coating is voorzien, kan uitstekend gebruikt worden voor reproductie van schilderijene. Dit geeft een authentiek effect, hoewel het reliëf, veroorzaakt door dikke klodders verf in het origineel, natuurlijk niet te zien is.
Met deze methode is ook een eigen foto afgedrukt op dit soort canvas net een schilderij en staat ook wel bekend als print op linnen. Vele aanbieders bieden deze mogelijkheid aan om je eigen foto mooi aan de muur te hangen. Vanwege de technologische voortgang zijn er veel aanbieders die deze mogelijkheden aanbieden, met net zoveel verschil in kwaliteit en prijs.
Vroeger werd het weefsel met de hand geweven en daarna op een raam gespannen. Daarna werd een voorlijming aangebracht, waarvoor beenderlijm werd gebruikt. Het voorbereiden en het strijken van de beenderlijm op het weefsel is een moeilijk beheersbaar proces. Omdat beenderlijm oplosbaar is in water, kan dit storen bij het schilderen. Daarom werd er aluin aan de beenderlijm toegevoegd. Ook andere stoffen als "ei" en honing werden aan de beenderlijm toegevoegd.
Na het lijmen werd het canvas van een grondering voorzien. In de grondering zijn pigmenten aanwezig, die het canvas een bepaalde kleur geven. Verschillende schilders gebruikten dan ook verschillende kenmerkende canvaskleuren. Rembrandt had een voorkeur voor donkerbruine kleuren; Rubens gebruikte liever een helder wit canvas met een lichtblauwe tint. Als pigment werd loodwit gebruikt. Loodwit is echter giftig, zodat dit tegenwoordig door andere pigmenten is vervangen.
Moderne productiemethode
Moderne industriële productie van canvas maakt gebruik van polyester en/of katoendraden. Katoen is een natuurlijk materiaal en wordt meestal gebleekt. Slechte kwaliteit katoen kan je herkennen doordat veel zwarte resten/punten in het textiel te zien zijn. Hoe meer polyester, hoe egaler het canvas.
Op een weefgetouw worden de verschillende draden tot textiel geweven. Dit gebeurt meestal in een 1:1 of een 2:1 constructie, wat wil zeggen het aantal draden horizontaal en verticaal. De 2:1 constructie is kwalitatief beter, doordat het textiel dichter geweven is.
Er bestaan canvassoorten met een bruine achterkant. Dit moet het canvas een authenthiek karakter geven. De bruine kleur wordt slechts zelden veroorzaakt door de kleur van het katoen, meestal wordt deze zijde met een bruine verf gekleurd.
Industrieel canvas wordt vaak nog van een coating voorzien. Deze coating bestaat uit polyacrylaat of polyurethaan als binder, met pigmenten als kaolien, krijt (calciumcarbonaat), zinkwit of titaanwit (titaandioxide). De functie van deze coating is om het materiaal ondoordringbaar te maken voor bijvoorbeeld verf, zodat de achterkant van het doek niet meegekleurd wordt. Of het is juist een ondergrond voor een goede hechting van de verf aan het canvas.

Geschiedenis

Tot aan de renaissance werden tempera- en olieverfschilderingen voornamelijk op houten panelen gemaakt. Eén van de oudste nog bestaande schilderijen op doek is een Frans doek "Madonna met de engelen" uit 1410.




ondergronden

inhoud:


Algemeen

Katoen

Lnnen

Canvas

Geschiedenis